Tandarts Kim Vlaanderen onderzocht de mondgezondheid en gebitsontwikkeling bij overlevenden van kinderkanker. Zij beschreef de resultaten die verzameld werden in één van de drie geïncludeerde centra, het UMC, locatie VU. Uit de resultaten van de drie centra blijkt dat 36,3% van de deelnemers ten minste één tandheelkundige ontwikkelingsstoornis had. Dit onderzoek is gepubliceerd in Cancers.
Deze cross-sectionele studie maakt deel uit van de DCCSS (Dutch Childhood Cancer Survivor Study) LATER (LAter TERmijn) Studie. Het doel van dit onderzoek was het vaststellen van de prevalentie van en risicofactoren voor afwijkingen in de gebitsontwikkeling en mondgezondheidsproblemen bij overlevenden van kinderkanker, meer dan 5 jaar na diagnose.
Deelnemers werden geïncludeerd indien de diagnose van de maligniteit tussen 1963 en 2001 werd gesteld in een van de zeven kinderoncologische centra in Nederland, bij een leeftijd tussen 0 en 17 jaar. Data is verzameld van februari 2016 tot maart 2020 in drie van de zeven DCCSS LATER poliklinieken in Nederland (LUMC, PMC, UMC locatie VU). De scriptie beschreef de resultaten die verzameld werden in het UMC, locatie VU. Deze samenvatting gaat over de resultaten van alle drie de centra, zoals beschreven in het inmiddels gepubliceerde artikel (Stolze, J.; Vlaanderen, K.C.E.; Holtbach, F.C.E.D.; Teepen, J.C.; Kremer, L.C.M.; Loonen, J.J.; et al. Long-Term Effects of Childhood Cancer Treatment on Dentition and Oral Health: A Dentist Survey Study from the DCCSS LATER 2 Study. Cancers 2021, 13, 5264).
Onderzoeksresultaten
De studie omvatte onderzoeksgegevens van 154 overlevenden van kinderkanker, van wie informatie van tandartsen over hun mondgegevens werd ontvangen (71,3%). Uit de resultaten blijkt dat 36,3% van de deelnemers ten minste één tandheelkundige ontwikkelingsstoornis had. De meest voorkomende waren verkorte radices (14,6%), agenesie (14,3%) en microdontie (13,6%). Bij meer dan 19,9% van de deelnemers waren premolaren in de onder- of bovenkaak aangetast met een ontwikkelingsstoornis. Risicofactoren voor ten minste één ontwikkelingsstoornis waren een jongere leeftijd bij diagnose (<3 jaar vs. >5 jaar, 2 keer hoger risico) en een hogere cumulatieve dosisbehandeling bij chemotherapie met alkylerende middelen (≥10,000 mg/m2 , 2.6 keer hoger risico). Agenesie betrof vooral tweede premolaren, microdontie vooral eerste premolaren. Verkorte radices en hypomineralisatie betrof alle gebitselementen. Bij overlevenden met een leeftijd van minder dan 3 jaar bij diagnose was de prevalentie van agenesie, microdontie, kegeltanden en persisterende melkelementen significant hoger vergeleken met overlevenden met een leeftijd hoger dan 3 jaar bij diagnose.
De informatie van deze studie is essentieel voor tandartsen, mondhygiënisten en kinderoncologen en helpt hen om de vroege detectie, preventie en tandheelkundige zorg van mondgezondheidsproblemen bij overlevenden van kinderkanker te verbeteren.
Door: Kim Vlaanderen, tandarts. Zij won met dit onderzoek de tweede prijs van de NVvK- Elmex® scriptieprijs-verkiezing.